Ieder jaar gaan wij tijdens de hemelvaart vakantie naar Woold, een klein gehucht in de buurt van Winterswijk. Een oase van rust en ruimte, een plek waar je echte stilte kan horen. Ik loop en wandel er graag rond. Laatst heb ik een kleine bosvijver ontdekt.
Er staat een bankje gemaakt van een boomstam en het is er een beetje moerassig. Als je er via een smal paadje naar toe wandelt (waar je zonder op te letten zo voorbij loopt!) kom je aan bij een oase van rust. En als je dan iets te dicht bij de rand van het water komt springen opeens een heleboel kikkers het water in, mooie kleine groene kikkers. Ze duiken direct naar de bodem, bang om opgepakt of misschien opgegeven te worden. Voor een kikker gelden een aantal simpele leefregels:
- Als het kleiner is dan ik ben en het beweegt, dan eet ik het op
- Als het groter is dan ik ben, dan moet ik maken dat ik weg kom
- Als het even groot is als ik, dan kan ik mij voortplanten (hier later meer over)
Ik blijf rustig langs de waterkant staan en zie een kikker met beide armpjes brutaal op een blad leunen. Hij (of zij, maar ik hou het even op een hij) kijkt mij onderzoekend aan, zonder ook maar een vin te bewegen. Toevallig heb ik mij fototoestel meegenomen en maak van een veilig afstandje een foto. De kikker blijft zitten! Ik hou de camera iets dichterbij, een halve meter, en maak opnieuw een foto. Hij blijft nog steeds zitten. Daarna beweeg ik de camera nog dichterbij, tien centimeter, en maak opnieuw een foto. De kikker blijft nog steeds zitten. Ik kan de verleiding niet weerstaan om een experiment te doen. Hoe dichtbij kan ik komen om een foto te maken van deze kikker? Ik beweeg heel rustig de camera richting de kikker, totdat ik bijna met de camera zijn neus aanraak en maak een foto. Hij kijkt mij nog steeds met een waterige blik aan. Uiteindelijk laat hij zich rustig achterover zakken in het water.
Ik ben verbaasd door het feit dat ik zo dicht bij de kikker heb kunnen komen. Ik moet opeens aan het experiment denken van de kikker en de pan met water. Zet je een kikker in een pan met heet water, dan zal de kikker direct uit de pan springen. Zet je de kikker in de pan met koud water en warm je het water in de pan rustig op, dan zal de kikker er niet uit springen omdat hij niet opmerkt dat het water steeds warmer wordt. Hij heeft niet voldoende reden om de pan uit te springen, totdat het natuurlijk te laat is. Op deze manier gaat het volgens mij ook bij mensen die geleidelijk aan de lat voor zichzelf steeds hoger leggen en uiteindelijk niet meer voldoende energie hebben om uit de pan met heet water te springen, vaak met een burn-out als gevolg. Gewaar zijn dat er een grens wordt overschreden, het water dat steeds heter wordt, kan je hiervoor beschermen. Opmerkzaam worden voor de lichamelijke of mentale symptomen (slapeloosheid, onrustig, snel geprikkeld, vermoeid opstaan, lusteloos, enzovoort), luisteren naar de mensen die jou advies geven (“Joh, zou je niet een keer een tijdje rust nemen!”) en tegen jezelf durven zeggen dat het nu voldoende is. Hoe graag zou je dat niet willen doen? Kiezen voor jezelf!
Als ik mij omdraai om om via het smalle paadje terug te gaan naar het wandelpad, zie ik de kikker rustig door het water zwemmen en verdwijnt hij uiteindelijk onder water tussen de waterplantjes, zijn eigen veilige omgeving.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...