Laatst, tijdens een training ging ik in de pauze een stukje wandelen in het park. Dit deed ik samen met iemand samen, Martijn. We raakten aan de praat, keken naar de grond. Er was helemaal geen interesse voor de omgeving waar we in wandelden. Ook het tempo waarmee we liepen was heel hoog. Het tempo nam zelfs toe. Het gesprek werd ook steeds intenser. Ik raakte op een gegeven moment zelfs een buiten adem. “Wat lopen we snel!” was opeens mijn reactie. We liepen nog steeds straf door. “Laten we een oefening doen!”, zei ik en ging stil staan. Martijn liep nog een stuk door en keek vervolgens vragend om. Ik stelde voor een loopmeditatie te doen. Martijn had hier nog nooit van gehoord, maar was wel geïnteresseerd. We gingen naast elkaar staan en ik vroeg hem mij na te doen. Ik tilde heel rustig mijn rechtervoet op en zette deze heel rustig voor mij neer. Mijn gewicht verplaatste ik rustig naar mijn rechtervoet. De linkervoet kwam hierdoor los van de grond. Ik kon nu mijn linker voet naar voren bewegen en zette deze rustig voor mij neer. We liepen in slow-motion door het bos. Gelukkig liep er verder niemand in het bos, want het zal waarschijnlijk een opvallende gewaarworden zijn geweest. Het was soms ook een beetje lachwekkend. “Wat merk jij nu in je lichaam?” vroeg ik Martijn. “Ik voel onrustig. Ik voel een hele sterke drang om weer snel door te lopen!”. “Dan blijven we nog even zo lopen” reageerde ik. We bleven een tijdje “zo lopen“. Toen bleven we stil staan. Ik voelde de energie in mijn lichaam die tot rust kwam. Zo stonden we nog een tijdje. “Laten we weer verder gaan”, zei Martijn wat onrustig. En we liepen verder. Bewust van iedere stap, maar nu in een rustig tempo. We waren nog net op tijd voor het vervolg van de training.
Aan het einde van de dag kwam Martijn naar mij toe: “Wat een geweldige gewaarwording. Ik heb er de hele middag aan zitten denken. Ik ben mij er nu bewust van geworden dat ik altijd zo snel loop en daardoor heel veel mis. Wat er vanmiddag gebeurde was helemaal tegen mijn gevoel in: Je gaat toch niet heel langzaam in een bos lopen. Maar wat ik tijdens dit experiment opmerkte was dat mijn gehaast zijn minder werd door deze te laten zijn zoals deze is. Er was helemaal geen reden om zo hard door te lopen. Ik merkte ook dat ik in een bos liep. Ik wil je bedanken.”
Als je wandelt ben je vaak met je gedachten ergens anders. Wandelen is een automatisme. Je komt hierdoor in een soort automatisch piloot. Als je tijdens het wandelen aan het piekeren bent of gespannen voelt zal je merken dat je (onbewust) steeds sneller gaat lopen. Wees je de volgende keer eens bewust hiervan. Wee ook bewust van je ademhaling en laat de gedachten de gedachten. Kijk om je heen en geniet van alles wat je nu op dit moment om je heen ziet.
“De naam Martijn is een verzonnen naam.”